17 november 2024 9.30 (ds. D.G.R.A. Beekman)
Viering Heilig Avondmaal
Welkom en mededelingen kerkenraad
Ps. 34: 1 (NB)
Stil gebed, votum en groet
Ps. 100: 1 en 2 (NB)
Gebed om de verlichting met de Heilige Geest en voorbede
Op Toonhoogte lied 138 ‘Heilige Geest van God’
Schriftlezing Romeinen 8, 1-17
Liedboek gezang 237: 2, 4 en 5 ‘Gij zijt de gave Gods, Gij zijt
Verkondiging
Psalm 25: 6 (OB)
Geloofsbelijdenis
Psalm 100: 4 (NB)
Onderwijzing bij het Avondmaal
Gedachtenis van Christus
In dankbare gehoorzaamheid aan het woord van Christus: ‘Doet dit tot mijn gedachtenis’ gedenken wij dat Hij door de Vader in deze wereld gezonden is, niet om die te veroordelen, maar om te behouden. Hij heeft als Goede Herder zijn leven voor de schapen gesteld. Hij werd gebonden, om ons te bevrijden. Hij leed ontelbaar veel smaad, zodat wij nooit beschaamd worden. Hij werd onschuldig ter dood veroordeeld, om ons vrij te spreken. Hij heeft onze vloek op zich genomen, om ons met zijn zegen te vervullen. Aan het kruis werd Hij vernederd tot in helse verlatenheid, toen Hij luid riep: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten’, opdat wij door God aangenomen en nooit meer door Hem verlaten zijn.’ In Christus zijn wij met God verzoend, toen Hij zei: ‘Het is volbracht’.
Onderwijzing
Om ons geloof te vestigen op zijn hartelijke liefde en trouw, heeft Christus ons het Avondmaal gegeven. Daarom nam Hij in de nacht voor zijn sterven het brood, dankte, brak het, gaf het aan zijn discipelen en zei: Neemt, eet, dit is mijn lichaam. En Hij nam de beker en sprak: Drinkt allen daaruit, want dit is het bloed van mijn verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. Het Avondmaal betekent en verzegelt ons dat het volbrachte offer van Christus de enige grond is van onze hoop. Want in zijn dood heeft Christus de toorn van God tegen de zonde weggedragen en heeft Hij ons de levendmakende Geest verworven. Door deze Geest hebben wij gemeenschap met Christus. Door dezelfde Geest worden wij ook als broeders en zusters aan elkaar verbonden, zoals de leden van het lichaam bij elkaar horen. De apostel zegt: ‘Omdat het brood één is, zijn wij met velen toch één lichaam.’ Die eenheid beleven wij niet alleen met woorden, maar bewijzen wij aan elkaar ook metterdaad. Boven dit alles uit mogen wij bij het Avondmaal met verlangen uitkijken naar de wederkomst van Jezus Christus en naar de bruiloft van het Lam in de volkomenheid van Gods Koninkrijk. wanneer God zal zijn alles in allen.
Gebed
Psalm 27: 3 (OB)
Liedboek gezang 440: 1, 2, 3 en 4 ‘Ik heb de vaste grond gevonden’
Dankgebed
Inzameling van de gaven
Liedboek gezang 255: 1 en 2 ‘Ere zij aan God de Vader’
Zegen