Avondmaalsformulier
WOORDEN DER INZETTING
Gemeente van Christus, wij luisteren naar de instellingswoorden van het heilig Avondmaal, zoals de apostel Paulus dat beschrijft:
"In de nacht, waarin de Here Jezus werd verraden, nam Hij brood, sprak de dankzegging uit, brak het en zei: Dit is mijn lichaam voor u, doet dit tot mijn gedachtenis. Zo nam Hij ook de beker, nadat de maaltijd afgelopen was, en Hij zei: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, drinkt allen daaruit.’
Paulus schrijft: ‘Zo dikwijls u dit brood eet en de beker drinkt, verkondig de dood des Heren, totdat Hij komt."
ZELFONDERZOEK EN SCHULDBELIJDENIS
Om getroost het Avondmaal te vieren, dienen wij onszelf oprecht te beproeven. Laten wij allereerst stilstaan bij onze eigen zonden, waarmee wij God en onze naaste kwetsen. Zo verootmoedigen wij ons voor het aangezicht van God. Laten wij ons ook richten op de vaste belofte van God dat ons al onze zonden worden vergeven in Jezus Christus, de gekruisigde en opgestane Heer. Ten derde onderzoeken wij onszelf of wij bereid zijn een leven van dankbaarheid te leiden: oprecht te wandelen voor Gods aangezicht, en in liefde en verbondenheid met onze naaste.
VERKONDIGING VAN GODS GENADE
Zo neemt God ons zeker in genade aan en nodigt Hij ons aan de tafel van Christus. Maar wie het getuigenis van de Geest van zonde en vergeving niet gelooft en zich niet bekeren wil, vermanen wij zich van de tafel des Heren te onthouden, omdat wij zo geen deel hebben aan het Rijk van Christus. Tegelijk wordt dit ons, broeders en zusters, niet voorgehouden om het twijfelend hart van de gelovigen mismoedig te maken, alsof niemand naar het Avondmaal mag komen dan wie zonder zonde is. Wij komen niet aan de Tafel omdat wij onszelf volmaakt en rechtvaardig achten. Integendeel, wij zoeken ons leven buiten onszelf in Jezus Christus. En al vinden wij in onszelf nog veel tekorten en zeker geen volkomen geloof, wij mogen er toch zeker van zijn, dat God ons in genade aanneemt, en ons van harte nodigt om deel te hebben aan brood en wijn.
GEDACHTENIS VAN CHRISTUS
In dankbare gehoorzaamheid aan het woord van Christus: ‘Doet dit tot mijn gedachtenis’ gedenken wij dat Hij door de Vader in deze wereld gezonden is, niet om die te veroordelen, maar om te behouden. Hij heeft als Goede Herder zijn leven voor de schapen gesteld. Hij werd gebonden, om ons te bevrijden. Hij leed ontelbaar veel smaad, zodat wij nooit beschaamd worden. Hij werd onschuldig ter dood veroordeeld, om ons vrij te spreken. Hij heeft onze vloek op zich genomen, om ons met zijn zegen te vervullen. Aan het kruis werd Hij vernederd tot in helse verlatenheid, toen Hij luid riep: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten’, opdat wij door God aangenomen en nooit meer door Hem verlaten zijn.’ In Christus zijn wij met God verzoend, toen Hij zei: ‘Het is volbracht’.
ONDERWIJZING
Om ons geloof te vestigen op zijn hartelijke liefde en trouw, heeft Christus ons het Avondmaal gegeven. Daarom nam Hij in de nacht voor zijn sterven het brood, dankte, brak het, gaf het aan zijn discipelen en zei: Neemt, eet, dit is mijn lichaam. En Hij nam de beker en sprak: Drinkt allen daaruit, want dit is het bloed van mijn verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. Het Avondmaal betekent en verzegelt ons dat het volbrachte offer van Christus de enige grond is van onze hoop. Want in zijn dood heeft Christus de toorn van God tegen de zonde weggedragen en heeft Hij ons de levendmakende Geest verworven. Door deze Geest hebben wij gemeenschap met Christus. Door dezelfde Geest worden wij ook als broeders en zusters aan elkaar verbonden, zoals de leden van het lichaam bij elkaar horen. De apostel zegt: ‘Omdat het brood één is, zijn wij met velen toch één lichaam.’ Die eenheid beleven wij niet alleen met woorden, maar bewijzen wij aan elkaar ook metterdaad. Boven dit alles uit mogen wij bij het Avondmaal met verlangen uitkijken naar de wederkomst van Jezus Christus en naar de bruiloft van het Lam in de volkomenheid van Gods Koninkrijk. wanneer God zal zijn alles in allen.
Bij de voortzetting van het Heilig Avondmaal:
LOFPRIJZING
Verhef uw harten tot God. Laten wij de Heer onze God dankzeggen, want Hij verdient onze dank. Wij zegenen Hem omwille van Jezus zijn Zoon, zijn onvolprezen gave, die is overgeleverd om onze overtredingen en om onze rechtvaardiging is opgewekt en zo alles heeft volbracht, die zich met hart en ziel aan deze wereld heeft gegeven.
Want ‘In de nacht waarin de Heer Jezus werd uitgeleverd nam hij een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood en zei: “Dit is mijn lichaam voor jullie. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.” Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en hij zei: “Deze beker is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt. Doe dit, telkens als jullie hieruit drinken, om mij te gedenken.” Dus altijd wanneer u dit brood eet en uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer, totdat hij komt.’
Zo gedenken wij het verlossend lijden en sterven van Jezus Christus, onze Heer, die verrezen is en leeft. En wij verkondigen zijn dood totdat Hij komt. Maranatha!